16 maart 2015

Leven zelf is de enige echte maatstaf – dag 50


leven zelf is de enige maatstaf

 

Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf heb geaccepteerd en aanvaard niet te beseffen dat ik  mijn eigen Leven niet op waarde schat omdat ik het Leven van wie dan ook niet op waarde schat, tenzij het gaat om degenen die ik Liefheb – daarmee een samenleving creërend die is gescheiden in ‘t mijne en ‘t jouwe; mijn gezin en jouw gezin – en mijn gezin komt altijd EERST – en daarom concurreren we en zitten we nu met een samenleving waar GEEN ENKEL leven van Belang is.

Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf heb geaccepteerd en aanvaard niet te beseffen dat door Waarde te hechten aan bezit en geld, het Leven alle waarde verloor en daarmee creëerden we een onmenselijke samenleving.

Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf heb geaccepteerd en aanvaard niet te beseffen dat de onmenselijkheid van de mensheid thuis begint, bij de ouders die het Leven van hun kinderen liefhebben, maar NIEMAND ANDERS, want eigen-belang en de angst die dat genereert is de beslissende beleidsvormer als het om Waarde gaat.

Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf heb geaccepteerd en aanvaard me niet te realiseren dat we alleen maar kunnen ontvangen wat we bereid zijn te geven; en door geen gelijke rechten aan ieders Leven op Aarde te geven, kunnen we ook niet verwachten dat ons Leven waarde heeft – zoals onze samenleving zo  genadeloos demonstreert, elke dag, in alle opzichten.

Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf heb geaccepteerd en aanvaard niet te beseffen dat door toe te staan dat zelfs maar één enkel mens, of kind, of dier, of boom, of levend wezen lijdt onder ons najagen van geluk, ons recht op Leven nietig  verklaart, precies zoals wij het recht op Leven nietig verklaren van hen die aan de verliezende kant van onze verlangens belanden.

Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf heb geaccepteerd en aanvaard niet te beseffen dat in de loop van de geschiedenis Leven nooit enige Waarde heeft gehad op Aarde.

Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf heb geaccepteerd en aanvaard niet te beseffen dat elke ouder aan Leven boven alles waarde geeft – als het om hun eigen kinderen gaat – en dat elke ouder in constante angst leeft over wat er met degenen die zij Liefhebben zou kunnen gebeuren – zonder het voor handen zijnde politieke gereedschap te gebruiken om te garanderen dat aan al het Leven waarde toegekend wordt, en beschermd wordt, wat een einde zal maken aan de angst die ze hebben om degenen die zij Liefhebben te verliezen aan iets vreselijks – een angst geboren uit de verschrikkingen die we toestaan te gebeuren in de levens van meer dan de helft van de wereldbevolking.

Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf heb geaccepteerd en aanvaard me niet te realiseren dat alles wat ik in deze wereld heb geaccepteerd, een leugen moet zijn, omdat het NIET het enige van ECHTE WAARDE ondersteunt: Leven.

Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf heb geaccepteerd en aanvaard om me niet te realiseren dat Leven als de Waarde IN DEZE realiteit het Enige LEVEN is dat zeker is, en daarom mag geen enkel HIERNAMAALS de besluitvorming beïnvloeden of er enige rol inspelen als het gaat om het scheppen van een wereld die Al het Leven Gelijke waarde toekent in elk opzicht, van geboorte tot dood.

 

Ik stel me ten doel om te laten zien dat het hebben van Mensen die ik Meer Liefheb dan de levens van andere wezens, mijn Liefde destructief maakt en op angst gebaseerd.

Ik stel mij ten doel om aan te tonen dat waarde hechten aan bezittingen en geld, en gevoelens, alleen maar het produceren van een wereld van Verschrikkingen voor velen zal voortzetten – en dat de daad van mijn Leven zeker stellen met geld gelijk staat aan een Oorlogshandeling tegen de Waarde van Leven voor Al het Leven Gelijkelijk.

Ik zet mij in om te laten zien dat deze wereld geproduceerd en in stand gehouden wordt door de ouders die de Nieuwe Kinderen trainen om in hun voetsporen van toegestaan misbruik te treden.

Ik zet mij in om te laten zien dat de oplossing altijd al bekend was en voor de hand liggend, maar nooit toegepast werd: werkelijk Geven zoals je zelf zou willen ontvangen.

Ik zet mij in om aan te tonen dat innerlijke verandering zonder onmiddellijke verandering aan de buitenkant – een Leugen is. Als je van binnen verandert, zal je onmiddellijk wie je bent Buiten, in deze Wereld, veranderen – en dit is de echte Sleutel om te bevestigen dat je innerlijke verandering ook echt was.

Ik zet mij in om het bestuderen van de geschiedenis te promoten, zodat een ieder kan zien dat we nooit iets hebben geleerd van de geschiedenis.

Ik zet mij in om te laten zien dat Ouderlijke Liefde de oorzaak is van de WereldVerschrikkingen, omdat ouderlijke liefde voortkomt uit ouderlijke angst.

Ik zet mij in om te laten zien dat de Leugen in deze wereld is dat wat in de mind  /geest is, Geloofd wordt Echt te zijn, terwijl dat wat werkelijk echt is bestaat ZONDER dat de mind / geest zich er bewust van is of er waarde aan hecht.

Ik zet mij in om aan te tonen dat het pronken met Leven na de Dood als van Waarde, gelijk staat aan het uitverkopen van Leven op Aarde en de wezenlijke oorzaak is van alle Verschrikkingen die dagelijks worden toegestaan in de Levens van Miljoenen Wezens.

 

originele versie: Bernard Poolman Creations Journey to Life - Life is the ONLY REAL VALUE

 

Desteni, Bernard Poolman, Sunette Spies, DIP, 2012

dag 101


11037765_939364462754870_6894403085951549357_n We hebben sinds gisteren een nieuw huisgenootje, Jinx de Poes. Tot nu toe gaat het wennen niet geweldig; ze zit nu al de hele dag verborgen achter het gordijn op de slaapkamer.
Ik was bij haar en stak te onverwacht mijn hand uit. Ze haalde naar me uit en mijn duim bloedde.
Er gebeurde iets met me. Ik heb de gedachten voorafgaande aan het gedeprimeerde gevoel dat ik nu heb, niet opgevangen - zo lijkt het alsof ik een sprong maakte, alsof mijn ervaring nu direct ontstaan is uit het krabben van de poes, terwijl dat niet zo kan zijn. Een krab doet pijn, geeft schrik maar niet een gedeprimeerd gevoel.
Wat die gedachte was, weet ik niet precies.

Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om gedeprimeerd te zijn en te geloven dat dat met de poes te maken heeft.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om daardoor de aanwezigheid van de poes te verbinden met gedeprimeerdheid in plaats van de poes de poes te laten zijn, of ze al of niet hier zal wennen.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteerde en toestond om verwachtingen te hebben gecreëerd bij mezelf over hoe de poes zou zijn en zich zou gedragen.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om afwijzing te creëren naar de poes toe, omdat ze zo bang is en niet tevoorschijn wil komen, en ik eigenlijk geen geduld heb.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om geen geduld te hebben met de poes.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om teleurgesteld te zijn over haar gedrag, en dat ik verwachtte dat ze binnen een dag zich op haar gemak zou voelen bij ons en ze lekker tegen me aan zou komen liggen, en spinnen.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om mezelf te definiëren als iemand met veel geduld met dieren, terwijl ik in dit geval duidelijk geen geduld heb, noch met het dier, noch met mezelf.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om stiekem van het dier te verwachten dat ze tegemoet komt aan mijn verlangens naar “warmte en spinnen”, en wel direct, nu, omdat ik dat zo graag wil.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteerde en toestond om net te doen alsof ik het dier alle ruimte laat om ‘zichzelf te zijn’, maar stiekem toch verwachtingen en eisen te hebben.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om een beeld van mezelf hoog te houden van ‘geduldig en liefdevol met dieren’, terwijl in werkelijkheid ik eisen stel en als een verwend nest wil stampvoeten omdat het niet gaat zoals ik het wil.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om haar meteen maar ‘in te willen ruilen’ omdat ze blijkbaar het tegenovergestelde is van wat ik had verwacht.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om mezelf kwalijk te nemen dat ik me nu zo afwijzend voel naar de poes, terwijl het arme beestje zich toch al niet zo lekker voelt, in plaats van duidelijk te zien dat mijn afwijzing niets te maken heeft met het dier op zich, maar alles met mezelf, en dat ik daar ogenblikkelijk iets aan kan doen namelijk: stoppen met het meegaan in de ervaring van schuld, van afwijzing, van boosheid, van teleurstelling, van verwachting.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om “hardnekkigheid” in en naar mezelf, de situatie en de poes te laten bestaan.
Grappig, ze komt nu net naar beneden :)

Huiselijk Geweld: het kind van de rekening is het kind – dag 62




huiselijk-geweld-kindIk hoorde buiten op straat een meisje heel hard huilen en in paniek ‘mama!’ gillen. Onmiddellijk was er heftige onrust in mij. Ik ben meteen gaan kijken wat er aan de hand was en inderdaad: de moeder was in een agressieve, heftige ruzie verwikkeld met een grote man, de vader, met dreiging van lichamelijk geweld. Het kleine meisje was totaal in paniek.
Mijn onmiddellijke reactie van heftige onrust en onheil was er omdat ook ik dat kleine meisje ben.


In de schoenen van het angstige kind:
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om zo bang te zijn dat er iets met mijn mama of papa gebeurt, iets ergs als met bloed en doodgaan en ziekenhuis, dat ik helemaal in paniek raak en me radeloos voel van binnen, want ik weet niet wat ik moet doen – want ik zoek altijd veiligheid bij mijn mama of papa als ik me bang voel, maar nu zijn zij er niet voor mij en voel ik me zo ontzettend onveilig, bang en alleen.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om me zo angstig en onveilig en alleen te voelen omdat noch mama, noch papa mijn paniekkreten horen en mijn angstig gehuil en gesmeek of ze alsjeblieft willen stoppen. Het lijkt wel of ik niet besta.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om me zo klein en nietig te voelen als ik die twee heel erg grote mensen zie vechten en hoor schreeuwen tegen elkaar en ik helemaal niets kan doen om ze te laten stoppen, omdat ik te klein ben en niet sterk genoeg en ze me niet horen, terwijl ik toch heel hard schreeuw.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om te rillen en trillen van angst en paniek omdat het voelt alsof de wereld vergaat en mijn mama er niet is om me te troosten en gerust te stellen en ik helemaal alleen ben in een wereld die ik niet ken en die heel onveilig is omdat mijn mama en papa daar niet mijn mama en papa zijn maar twee heel enge grote mensen die elkaar willen vermoorden.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta te willen dat ik ergens anders was - waar dit niet gebeurt en ik blij en veilig ben en thuis blij en veilig is en ik niet altijd bang hoef te zijn dat mijn papa en mama in deze twee enge grote mensen veranderen die heel hard schreeuwen en elkaar pijn doen en mij helemaal niet zien staan, alsof ik niet besta.

In de schoenen van mij als het kleine meisje
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om met een schok wakker te schrikken van een heleboel lawaai beneden alsof de kamer beneden wordt afgebroken en allerlei dingen stukgaan en meteen in totale paniek te schieten van groot onheil en bloed en ziekenhuis en ik helemaal alleen zal achterblijven.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om het beeld in mezelf vast te houden van: me in grote angst vastklampen aan mijn ‘grote zus’ terwijl we samen bijlbovenaan de trap zitten in ons ondergoed, bibberend van de kou en angst – kijkend naar die twee enge grote mensen daar beneden die mama en papa zijn maar ook weer niet – en steun te vinden in mijn ‘grote zus’ die zo sterk en groot lijkt, en te hopen en bidden dat er geen bloed, dood en ziekenhuis zal zijn en samen wachten we tot het voorbij is en we weer kunnen gaan slapen en dan als we morgen wakker worden is het licht en is de wereld weer normaal.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om de volgende dag te denken dat het allemaal een nachtmerrie was en niet echt – want nu het licht is en ik naar school ga is de wereld weer een bekende plek waarin ik me meer veilig voel, en het donker van de nacht met bloed en angst lijkt een andere wereld die eigenlijk niet echt bestaat.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om toch altijd bang te zijn dat de nachtmerrie weer terugkomt vannacht – want soms is het er zomaar ineens, het geschreeuw en het ‘bloed, dood en ziekenhuis’ gebeuren.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta me heel erg schuldig te voelen omdat ik een ander ‘groot mens’ verteld heb over mijn ouders die vechten en mijn moeder heel boos op me is daarover, want: zulke dingen mag je niet vertellen aan anderen.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om in de war te zijn omdat mijn moeder steeds zegt als ik lawaai maak: ‘denk aan de buren!’, waarmee zij bedoelt dat ik niet zoveel herrie mag maken, maar dat zij zelf wel veel lawaai mag maken in de nachtmerrie. Volwassenen mogen veel dingen die kinderen niet mogen.

Ik/Het kind als volwassene:
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om bij elk onbekend hard geluid van buiten dat op een gevecht of kapot gooien van meubilair lijkt, vooral als het donker is, in grote onrust en angst te schieten – met een alles overheersend gevoel van onheil, bloed, dood en ziekenhuis, en onmiddellijk in (beheerste) paniek ga kijken waar het lawaai vandaan komt, of er werkelijk gevaar voor bloed, dood en ziekenhuis is en onmiddellijk in actie kom om het te stoppen – zelfs middenin de nacht in pyjama de straat opga – en pas gerust ben als ik zie dat het wel meevalt, het stopt, of dat ik het lawaai verkeerd geïnterpreteerd heb, of als de politie arriveert om het te stoppen.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om mezelf in gevaar te brengen door me te mengen in een uit de hand lopende ruzie van twee volwassenen – en zelf het risico te lopen van ‘bloed, dood en ziekenhuis’ – dat ik wil dat ze stoppen vanuit mijn angst voor hun ‘bloed, dood en ziekenhuis’. Ik realiseer me dat het niet verstandig is me lijfelijk te mengen in ruzies en gevechten van twee of meer volwassenen vanwege het gevaar voor lichamelijk letsel voor mezelf. Ik laat de volwassenen hun wederzijds gevecht – op leven en dood of niet – en bemoei me er, naast het bellen van de politie, op geen enkele manier mee. Ik vergeef mezelf alle reacties (gedachten, angst, onrust, lichamelijke sensaties, emoties) hieromtrent tot ik in alle rust en kalmte Hier kan ‘zien’.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om bij het wakker schrikken van onheilspellende harde geluiden van buitenaf onmiddellijk in de nachtmerrie van ‘dood, bloed en ziekenhuis’ te schieten en in heftige onrust daardoor en nog maar één gedachte heb: het te stoppen – in plaats van me ogenblikkelijk te realiseren dat ik de nachtmerrie van vroeger projecteer op Hier en dat al wat ik moet stoppen is de projectie en ervaring van ‘mijn nachtmerrie’.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om me ogenblikkelijk uitermate onveilig te voelen zodra ik onheilspellende harde geluiden van buiten hoor, maar ook uitermate schrik van elk hard, ongewoon geluid hier binnen in huis, een stoel die omvalt boven, en dit geluid onmiddellijk verbind met ‘bloed, dood en ziekenhuis’ en mezelf in een onmiddellijke staat van paraatheid en paniek breng.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om deze nachtmerrie van bloed, dood en ziekenhuis altijd op de achtergrond stationair te laten draaien, niet bewust, maar meer als een soort van achtergronddeuntje dat ‘bij mij hoort’.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om verdriet en medelijden te voelen voor mezelf als dat kleine meisje, en voor mijn ‘grote zus’ als het andere ‘kleine meisje’ als mezelf, om blootgesteld te zijn geworden aan zoveel geweld en angst, met geen enkele uitweg, geen plek om heen te gaan, totaal afhankelijk van deze twee grote mensen die elkaar ‘naar het leven staan’ en ons thuis als veilig basis een uitermate onveilig thuis is, maar we niets anders hebben, noch weten; en wij, kinderen, geen enkele stem lijken te hebben, want ons smeken en gehuil wordt niet gehoord. Ik realiseer me dat verdriet en medelijden ervaren factoren zijn die me het heldere zicht ontnemen op wat er werkelijk is Hier. Deze situatie, van kinderen die NIET een veilige thuis hebben is een veel voorkomende situatie; meer wel dan niet – verdriet hierom gebruik ik als drijvende kracht me in te zetten voor een wereld waarin ieder kind zich altijd veilig voelt – waar het woord en de polariteit erin: veilig/onveilig, niet langer bestaan omdat het geen betekenis meer heeft.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om weleens middenin de nacht wakker te worden en in paniek te raken omdat ik helemaal alleen ben en er niemand is om me aan ‘vast te klampen’.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om een scheiding aan te brengen tussen dagwereld en nachtwereld waarbij de nachtwereld onveilig aanvoelt omdat er dan niemand is om me aan ‘vast te klampen’.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om wanneer ik me angstig voel niet alleen te willen zijn, maar tegelijkertijd mezelf niet toesta ‘met open vizier’ de nabijheid van andere mensen op te zoeken; waarbij ‘open vizier’ betekent oprecht zijn waarom ik de nabijheid van de ander opzoek, maar ik in plaats daarvan doe alsof er niets aan de hand is – en zo mezelf en de ander ‘voor de gek hou’; waardoor ik extra spanning in mezelf creëer omdat ik controle moet houden.
Ik vergeef mezelf dat ik van mezelf accepteer en toesta om tijdens dit schrijven mijn nek zodanig aangespannen te hebben dat het pijn doet – ik adem en breng mezelf terug vanuit de nachtmerrie naar Hier en realiseer me dat de nachtmerrie alleen nog in mijn geheugen bestaat en ik hem ‘levend’ hou in mijn mind/geest en steeds weer reproduceer en projecteer op Hier. Ik ben geen klein meisje meer dat ‘moet ondergaan’ omdat het geen keuze heeft, en geen weet heeft van zelfvergeving. Ik heb alles tot mijn beschikking om de nachtmerrie te stoppen, Hier en nu meteen. Ik hoef geen vechtende ouders te stoppen: ik stop mezelf als het nachtmerrie reproducerende kind. En als er in mijn wereld van nu als volwassene andere volwassenen zijn die zo nodig met elkaar in gevecht willen, of ‘het huis afbreken’ zal ik niet ingrijpen, en mezelf niet toestaan mezelf in gevaar te brengen.

Zelf Correctie

Wanneer en als ik mezelf ‘in de nachtmerrie zie schieten’ bij harde onheilspellende geluiden van buiten af maar ook hier binnen in huis – stop ik; ik adem mezelf terug naar Hier en bekijk in alle rust de oorzaak van het lawaai en of enige actie van mijn kant vereist is. Ik sta mezelf niet toe te re-ageren vanuit ‘de nachtmerrie’: ik vergeef mezelf elk gedachte, gevoel, emoties, sensatie die ik genereer vanuit de angst voor ‘dood, bloed en ziekenhuis’. Vanuit gezond verstand bepaal ik of ik actie onderneem en zo ja, welke actie ik onderneem. Ik sta mezelf niet toe mezelf lijfelijk in gevaar te brengen, in geen enkele omstandigheid. Wanneer er kinderen, dieren of andere kwetsbare wezens betrokken zijn bij het incident, bekijk ik nuchter en praktisch wat ik kan doen om deze te beschermen en doe dat.
Wanneer en als ik gedachten in mezelf van me niet veilig voelen zie, stop ik en adem ik. Ik laat de gedachte naar de voorgrond komen en zeg hem hardop. Ik vergeef mezelf de gedachte en ik vergeef mezelf de reactie van angst op de gedachte. Ik realiseer me dat deze gedachte->angst een ‘ingesleten’ patroon is en ik benader mezelf met geduld en zachtheid. Ik adem rustig en moeiteloos door en besef dat ik groter ben dan de gedachte en de angst: ik bevat de gedachte en de angst, en niet andersom.
Wanneer en als ik zie dat ik de nabijheid van anderen opzoek omdat ik niet alleen wil zijn vanwege angstgevoelens en ik doe alsof er niets aan de hand is maar me ondertussen wel ‘vastklamp’ aan de nabijheid – stop ik en adem mezelf terug naar Hier. Ik realiseer me dat ik onoprecht ben naar mezelf door te doen alsof er niets aan de hand is. Ik zie in mezelf en formuleer in mezelf waarom ik in de nabijheid van de ander ben en vergeef mezelf. Ik sta mezelf niet toe onoprecht naar mezelf te zijn door ‘te doen alsof’ naar mezelf. Ik adem en plaats mezelf Hier in zelfoprechtheid.

Zelf Verbintenis

Ik zet mij in een wereld te scheppen waar alle wezens veilig zijn voor geweld en misbruik en hun geboorterecht op Leven in harmonie met zichzelf als Leven gewaarborgd is en welke verstoring daarvan dan ook, eenvoudig niet toegestaan wordt, door niemand.
Desteni, Bernard Poolman, Sunette Spies, DIP